Financiële begroting

2.5 Financiële uitgangspunten

Inleiding

In de kadernota 2026 zijn de kaders neergezet voor de komende jaren. Hiermee zijn de financiële en inhoudelijke uitgangspunten richtinggevend voor deze begroting.

Inflatiepercentages

De inflatiepercentages zijn zoals in de kadernota 2026 vermeld en gebaseerd op de maartramingen 2025 (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB). Voor het jaar 2026 een percentage van 2,1%, voor de jaren 2027 en 2028 2,2% en voor 2029 2,3%. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de kadernota 2026.

Belastingen

Voor diverse belastingen worden andere percentages toegepast deze zijn nader toegelicht in paragraaf A. Lokale heffingen.

Renteomslag

Het renteomslagpercentage voor het intern doorrekenen van rente aan investeringen dient, op basis van het BBV, op een voorgeschreven wijze te worden berekend. Het renteomslagpercentage wordt berekend door bij de jaarlijkse begroting de verwachte rentelasten te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. Het bij de begroting (voor)gecalculeerde omslagpercentage mag binnen een marge van 0,50% worden afgerond. Het renteomslagpercentage in deze begroting 2026 is 1,4%.
Vanaf de begroting 2025 is op grond van het BBV voor grondexploitaties eenzelfde renteomslagpercentage van toepassing als hierboven beschreven. Vanaf de begroting 2022 wordt geen vergoeding meer berekend voor de inzet van eigen financieringsmiddelen in de exploitatie.

Uitgangspunten voor de bepaling van de renteomslag zijn gebaseerd op het BBV en zijn onder andere:

  • Geplande (vervangings-) investeringen (o.a. MUIP) zullen naar verwachting voor een deel gefinancierd worden door het aantrekken van lang- en kortlopende leningen en door de inzet van eigen middelen;
  • Voor de investeringen van de renovatie van het gemeentehuis, de uitgeleende woningbouwleningen en de lening u/g aan BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo is projectfinanciering aangetrokken en zijn op grond van het BBV uitgezonderd van de renteomslagberekening.

Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf financiering.

MUIP 2026 - 2029

Extra middelen voor bestaand beleid en uitvoering van wettelijke verplichtingen zijn bij de kadernota 2026 ingebracht via het MUIP (Meerjaren Uitgaven- en Investeringsplan). Door vaststelling van de kadernota 2026 zijn de MUIP voorstellen richtinggevend toegewezen.

De financiële gevolgen van het MUIP zijn:

Leven

Investering

Exploitatielasten

Bedragen x € 1.000

2026

2027 - 2029

2026

2027

2028

2029

Programma 01 Leven (Projecten)

1.004

4.900

0

0

0

0

Programma 1 Leven

0

0

2.168

2.198

394

357

Programma 2 Wonen

0

0

0

12

12

12

Programma 3 Werken

0

0

248

230

235

240

Programma 4 Besturen

0

0

167

172

177

182

Totalen

1.004

4.900

2.582

2.611

818

792

+/+ zijn lasten; -/- zijn baten

Algemene uitkering en Gemeentefonds

De groei van het gemeentefonds is vanaf 2024 gekoppeld aan de ontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP).   
De ramingen voor het gemeentefonds in deze begroting zijn gebaseerd op de meicirculaire 2025. De basis voor de meicirculaire 2025 ligt in de Voorjaarsnota 2025 van het rijk.  
De septembercirculaire 2025 is op het moment van versturen van deze begroting nog niet ontvangen. Zodra de informatie uit de circulaire is doorgenomen en financieel vertaald, zullen we u met een raadsinformatiebrief op de hoogte stellen van de hierin opgenomen ontwikkelingen.

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2025 09:51:50 met de export van 11/10/2025 09:33:36